Op de preekstoel: Hans Voorbij

Hans Voorbij met kazuifelIn de Kapittelzaal van de Ieperse Sint-Maartenskerk vinden we om de 2 weken steevast een groep vrienden met eenzelfde interesse: de inventarisatie van het religieus erfgoed uit de Ieperse kathedraal. Naar aanleiding van de Internationale dag van de vrijwilliger op 5 december, lieten we Hans Voorbij, een naar de Westhoek uitgeweken Nederlander, aan het woord.

Ik ben Hans Voorbij. Ik ben gehuwd en vader van 2 mooie dochters, die beiden in het laatste jaar van het Sint-Janscollege in Poperinge zitten. Ik ben 64 jaar, gepensioneerd stafmedewerker onderwijs bij de Howest te Kortrijk.

Was je voor het inventariseren in de Sint-Maartenskerk ook al als vrijwilliger aan het werk?
Neen, ik ben eerder in het vrijwilligerswerk gerold. Ik kwam uit een lange revalidatieperiode na een auto-ongeval en was vastbesloten om me wat meer in te zetten voor de goede zaak en vooral opnieuw sociaal bezig te kunnen zijn.
Na zo’n periode alleen thuis en gezien mijn pensionering was het voor mij belangrijk om terug onder de mensen te komen en zaken te doen die ik echt graag wou doen. Ik had me al lang voorgenomen om te gaan vrijwilligen, en het liefst ook in het verlengde van waarmee ik professioneel bezig geweest was. Ik stuurde CO7 een mailtje en zo ben ik net na de zomervakantie 2017 hier begonnen.

Was je professioneel actief in de cultuurhistorische sector?
Wel, ik ben eigenlijk mediëvist (onderzoeker van de middeleeuwen). Tijdens het inventariseren van de kerkelijke objecten komen veel zaken naar boven die hun wortels in die middeleeuwen hebben. Ik voel me wat dat betreft wel een vis in het water! Ik hou er ook van om elke dag bij te leren, dat lukt hier goed. Alle vrijwilligers leren hier van elkaar, dat is het mooie aan deze bezigheid. En ondertussen heb ik er ook enkele vrienden bij.

Het inventarisatieteam in de Ieperse Sint-MaartenskathedraalVandaar dus je passie voor erfgoed?
Voor mij geldt erfgoed als een bindmiddel voor de maatschappij. Erfgoed is niet kost-wat-kost alles bewaren wat er is. Dat is een illusie! Maar we moeten wel bewaren wat de moeite waard is en wat een boodschap kan dragen. Dat kan voor mij een prachtige kandelaar zijn maar evengoed een simpel werktuig of de textiel-objecten waar we nu mee bezig zijn. Ook daar zullen we ooit in selecteren bij het bewaren: de tand des tijds zal ons daarbij wel helpen!

Wat houdt je taak bij het inventariseren precies in?
Ik ben begonnen met het beschrijven van objecten. Mijn eerste object was een zilveren crucifix met de afbeelding van de ‘voetwassing van Jezus door de zondige vrouw’. Ik herinner het me nog alsof het gisteren was (lachend). Het was dankzij het marterharen kwastje dat de afbeelding van onder het stof op het zilver tevoorschijn kwam. Dat maakte onmiddellijk een bepaalde indruk op mij. Het toonde voor mij direct aan hoe zinvol het kan zijn om iets dat kunstig en waardevol maar vooral ook mooi is, boven water te halen en zorgvuldig te beschrijven.

 

«

Ook bij de nakende sluiting van vele kerken kan CO7 een belangrijke rol spelen. Wij halen dingen boven water waarvan vaak niet geweten was dat die er überhaupt zijn. Als we niet weten wat er in zit, wat doen we dan als we de kerken opdoeken? 

»

Is dat zilveren crucifix het object dat jou het meest is bijgebleven?
Ja, eigenlijk wel. Omwille van verschillende redenen. Enerzijds vanwege de ongelooflijke rijkdom aan details en anderzijds omdat het een typevoorbeeld was voor alle andere objecten. Er zijn namelijk zoveel verschillende zaken die een rol kunnen spelen bij het goed beschrijven van een object. En dat zilveren crucifix had ze allemaal! Ik hou ervan om een object tot in de juiste details te beschrijven, zodat het in de toekomst ook heel gemakkelijk en duidelijk terug raadpleegbaar is.

Kun je naast het eerder technische aspect van het inventariseren ook nog genieten van de schoonheid van de objecten?
Zeker! Ik zit met genoegen te kijken naar de prachtige kazuifels en andere textilia die hier nu voorbij komen. Ik blijf me daarbij ook iedere keer verbazen hoeveel arbeid achter ieder object moet zitten. Tegenwoordig is dit gewoon onbetaalbaar! Veel objecten in textiel bijvoorbeeld zijn honderden jaren oud en worden zelfs nu nog bij de kerkelijke hoogdagen gebruikt! 

Ik zie dat je nu voornamelijk achter de laptop zit tijdens de inventarisatiesessies?
Inderdaad, tijdens het zomerreces werd duidelijk dat de spreadsheets waar alle beschrijvingen en nummeringen in opgeslagen worden dringend bijgebeend moesten worden. Het digitaal ingeven van de gegevens kost immers minstens zoveel werk als het opmeten, beschrijven, nummeren van de objecten! Nu zijn we met twee personen die de digitale gegevens verwerken, om die dan later in de database van erfgoedinzicht.be te zetten. Er is nog een hele achterstand, maar we komen er wel, beetje bij beetje.

Fotograferen tijdens inventarisatie religieus erfgoedWaar zit de uitdaging voor CO7 bij een project als dit?
Enerzijds heb je het publieksluik. Alleen al in de Sint-Maartenskathedraal zouden er enkele interessante exposities in mekaar gestoken kunnen worden, die je zelfs per thema of chronologisch zou kunnen opdelen.
Maar anderzijds is er zeker ook het educatieve luik. Deze religieuze objecten laten ook zien hoe mensen vroeger leefden en hoe ze hun weg vonden in situaties die we vandaag de dag in ons dagelijks leven nog altijd tegenkomen. Pas op, zo’n educatief luik heb je niet van vandaag op morgen! Als je er vandaag een zak geld voor krijgt, heb je morgen zoiets nog niet op poten staan. Daar moet je heel goed over nadenken en gelijkgestemden rond de tafel brengen om te brainstormen over de manier waarop!
Ook bij de nakende sluiting van vele kerken kan CO7 een belangrijke rol spelen. Wij halen dingen boven water waarvan vaak niet geweten was dat die er überhaupt zijn. Kerken die ontwijd worden en uiteindelijk sluiten, zijn niet alleen een stenen buitenkant, maar ook al het waardevolle binnenin! Als we niet weten wat er in zit, wat doen we dan als we de kerken opdoeken?